etappe

Nederlands

huldiging van de winnaar van de 5de etappe
Uitspraak
Woordafbreking
  • etap·pe
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘afstand tussen twee rustpunten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1832 [1]
  • Ontleend aan Frans étape [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord etappe etappes
verkleinwoord etappetje etappetjes

Zelfstandig naamwoord

etappe v/m [3]

  1. een deel van een meerdaagse wedstrijd waarbij elke etappe een wedstrijd op zich is
    • Naast de gewone etappes zijn er ook de bijzondere etappes zoals de proloog, de individuele tijdrit, en de ploegentijdrit in de Tour de France. 
  1. rustpunt van een leger na een dagmars
  2. deel van een traject

Gangbaarheid

  • Het woord etappe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.