erica
Nederlands
Erica teneus
Woordafbreking
- eri·ca
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘dopheide’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1889 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | erica | erica's |
verkleinwoord | - | - |
Gangbaarheid
- Het woord erica staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'erica' herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.