epicurist

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • epi·cu·rist
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van Epicurus met het achtervoegsel -ist [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord epicurist epicuristen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

epicurist m [2]

  1. volgeling van Epicurus (341-270 v.Chr.)
  2. genotzuchtig persoon
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord epicurist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.