enjambement
Nederlands
Woordafbreking
- en·jam·be·ment
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘overloop van versregels’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | enjambement | enjambementen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
enjambement o [3]
- (letterkunde) het doorlopen van een zin over twee (of eventueel meer) versregels
Gangbaarheid
- Het woord enjambement staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.