empirist

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • em·pi·rist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord empirist empiristen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

empirist m [1]

  1. aanhanger van het empirisme
Afgeleide begrippen
  • empiristisch

Gangbaarheid

  • Het woord empirist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.