emballage

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • em·bal·la·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verpakking’ voor het eerst aangetroffen in 1745 [1]
  • Naamwoord van handeling van emballeren met het achtervoegsel -age [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord emballage emballages
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

emballage v [3]

  1. verpakking, het verpakken
  2. verpakkingsmateriaal
Afgeleide begrippen
  • emballagekost

Gangbaarheid

  • Het woord emballage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.