eloquent
Nederlands
Woordafbreking
- elo·quent
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘welsprekend’ voor het eerst aangetroffen in 1583 [1]
- afgeleid van het Franse éloquent [2] [3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | eloquent | eloquenter | eloquentst |
verbogen | eloquente | eloquentere | eloquentste |
partitief | eloquents | eloquenters | - |
Gangbaarheid
- Het woord eloquent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'eloquent' herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "eloquent" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Wiktionnaire
- eloquent op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.