elfen

Niet te verwarren met: elven

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • elĀ·fen

Zelfstandig naamwoord

elfen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord elf
    • Hij houdt erg van sprookjes over elfen en kabouters. 
Opmerkingen
  • Door de vertaling van boeken van J.R.R. Tolkien waarin "elven" (in plaats van elfen) gebruikt wordt is ook deze vorm populair geworden.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.