effenden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ef·fen·den

Werkwoord

vervoeging van
effenen

effenden

  1. meervoud verleden tijd van effenen
    • Wij effenden. 
    • Jullie effenden. 
    • Zij effenden. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.