eenhonderdtweeënveertig

Nederlands

0142
eenhonderdtweeënveertig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • een·hon·derd·tweeën·veer·tig, een·hon·derd·twee·en·veer·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

eenhonderdtweeënveertig

  1. "142", langere vorm van honderdtweeënveertig, honderd plus tweeënveertig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderdtweeënveertig euro en vijftig cent opgebracht. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdtweeënveertig. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • eenhonderdtweeënveertigste

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdtweeënveertig" ht als linkerdeel

  • eenhonderdtweeënveertigduizend

Gangbaarheid

  • Het woord 'eenhonderdtweeënveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.