eenhonderdtweeëntachtig

Nederlands

0182
eenhonderdtweeëntachtig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • een·hon·derd·tweeën·tach·tig, een·hon·derd·twee·en·tach·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

eenhonderdtweeëntachtig

  1. "182", langere vorm van honderdtweeëntachtig, honderd plus tweeëntachtig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderdtweeëntachtig euro en vijftig cent opgebracht. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdtweeëntachtig. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • eenhonderdtweeëntachtigste

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdtweeëntachtig" ht als linkerdeel

  • eenhonderdtweeëntachtigduizend

Gangbaarheid

  • Het woord 'eenhonderdtweeëntachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.