eelterig
Nederlands
Woordafbreking
- eel·te·rig
Woordherkomst en -opbouw
afleiding eelt met het achtervoegsel -erig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | eelterig | eelteriger | eelterigst |
verbogen | eelterige | eelterigere | eelterigste |
partitief | eelterigs | eelterigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
eelterig
- met eelt bedekt; met een verdikte, harde huid bedekt
- En hij klopte met zijn eelterig handje op zijn blauwe kiel, onder zijn sleutelbeen, dat het hol klonk. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'eelterig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'eelterig' herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.