duwt af

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • duwt af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afduwen

duwt af

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afduwen
    • Jij duwt af. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afduwen
    • Hij duwt af. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van afduwen
    • Duwt af! 

Gangbaarheid

  • Het woord duwt af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.