durver

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  durver    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdʏrvər/
Woordafbreking
  • dur·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord durver durvers
verkleinwoord durvertje durvertjes

Zelfstandig naamwoord

durver m

  1. iemand die niet bang is om wat te doen, iemand met lef
    • In dit gedicht is Thomas van kind tot volwassene, van klimrek tot kerktoren, een durver. Ondersteboven kiest hij voor het risico. [2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord durver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.