druppen

Druppend water

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drup·pen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
druppen
drupte
gedrupt
zwak -t volledig

Werkwoord

druppen

  1. ergatief druipen, druppelen
    • Het water drupte van het dak af. 

Zelfstandig naamwoord

druppen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord drup

Gangbaarheid

  • Het woord druppen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.