droogzwierder
Nederlands
Woordafbreking
- droog·zwier·der
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van droogzwieren met het achtervoegsel -der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | droogzwierder | droogzwierders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
droogzwierder m
- (Begisch) centrifuge
- Noorderman en Zuiderman, het taalverdriet van Vlaanderen van prof. Jozef van Haver is aan deze controle ontsnapt, de schrijver is dan ook een taalgeleerde die het verschil tussen het Noord- en Zuidnederlands onderzoekt. Hermans greep de publicatie aan om nog eens uitgebreid te betogen dat geen Belg iets van het Nederlands begrijpt. In een artikel dat eind vorig jaar (17-11) in deze krant verscheen, hekelde hij wat volgens Van Haver slechts 'minimale verschillen' in de zinsbouw zijn en rekende genadeloos af met woorden als valling, vezelen en droogzwierder. [1]
Gangbaarheid
- Het woord droogzwierder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Wilma Cornelisse 26 februari 1990
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.