driehonderdenveertien

• Geluid:  driehonderdenveertien    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌdrihɔndərtɛnˈvertin /

• drie·hon·derd·en·veer·tien

• samenstellende samenstelling van  driehonderd ht,   en vw  en  veertien ht 

driehonderdenveertien

1. "314", langere vorm van driehonderdveertien, driehonderd plus veertien
   1. om een hoeveelheid aan te geven

1. 1. • De inzameling heeft driehonderdenveertien euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

1. 1. • De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdenveertien. 

• driehonderdveertien (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "driehonderdenveertien" wordt zelden gebruikt)[1][2]

rangtelwoord

• driehonderdenveertiende

hooftelwoord samengesteld met "driehonderdenveertien" ht als linkerdeel

• driehonderdenveertienduizend

• Het woord 'driehonderdenveertien' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.