dorser
Nederlands
![](../I/m/De_dorser_(naar_Millet)_-_s0171V1962_-_Van_Gogh_Museum.jpg)
dorser
Woordafbreking
- dor·ser
Zelfstandig naamwoord
dorser m [1]
- persoon, dier of machine die men gebruikt bij het dorsen van graan
- Er is in vrijwel elk dorp een bakker, een kruidenier, een slager en een manufacturier gevestigd, terwijl ook de kapper, de smid, de timmerman en op verschillende plaatsen ook de garagehouder en de loonwerker (loonploegers, -dorsers e.d.) al vrij spoedig de aanvankelijk voornamelijk uit landarbeiders bestaande bevolking kwamen versterken. [2]
- Behalve het schedeblazen en het koebriketje rapen, zien we hier de meest krankzinnige en gevaarlijke wedstrijden en shows met koeien, van rodeo, stierengevechten en buffelrennen tot en met stierendressuur. Verder allerlei vormen van koegebruik: als trekker, ploeger, dorser, rij- en lastdier en, bij het Perzische waterrad, als aandrijver van een waterpomp. En allerlei vormen van verering en aanbidding, in alle tijden en culturen, van het bijbelse gouden kalf tot de heilige koe in India. [3]
Gangbaarheid
- Het woord dorser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dorser' herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Tracy Metz 9 juni 1995 De vestingwerken, dammen, bruggen en sluizen van het kunstwerk Nederland; Bezielde rekenlinealen
- NRC Guus Middag 21 januari 2011 Eén koeiedrol doet één roepie
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.