doorziet

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

  • Geluid:  doorziet    (hulp, bestand)
  • dóórzie
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈdo̝rzit/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈdorzit/
  • doorzíé
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /do̝rˈzit/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /dorˈzit/
Woordafbreking
  • door·ziet

Werkwoord

vervoeging van
doorzien

doorzíét

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorzien
    • Jij doorziet. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorzien
    • Hij doorziet. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van doorzien
    • Doorziet! 

Werkwoord

vervoeging van
doorzien

dóórziet

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorzien
    • ... dat jij doorziet. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorzien
    • ... dat hij doorziet. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.