dommelen
Nederlands
Woordafbreking
- dom·me·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dommelen |
dommelde |
gedommeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
dommelen
- inergatief half in slaap zijn
- Na het eten zaten opa en oma wat te dommelen onder de luifel.
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord dommelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dommelen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "dommelen" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- dommelen op website: Etymologiebank.nl
- dommelen op website: Etymologiebank.nl
- dommelen op website: Etymologiebank.nl
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.