deviant
Nederlands
Woordafbreking
- de·vi·ant
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘afwijkend’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
- Naamwoord van handeling van deviëren met het achtervoegsel -ant [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | deviant | devianten |
verkleinwoord | - | - |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord
deviant m
- iemand die afwijkt
Verwante begrippen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | deviant | devianter | deviantst |
verbogen | deviante | deviantere | deviantste |
partitief | deviants | devianters | - |
Gangbaarheid
- Het woord deviant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'deviant' herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.