destabiliseert
Nederlands
Woordafbreking
- de·sta·bi·li·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
destabiliseren |
destabiliseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van destabiliseren
- Jij destabiliseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van destabiliseren
- Hij destabiliseert.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van destabiliseren
- Destabiliseert!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.