desillusioneren
Nederlands
Woordafbreking
- des·il·lu·si·o·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van illusie
Werkwoord
desillusioneren [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
desillusioneren |
desillusioneerde |
gedesillusioneerd |
zwak -d | volledig |
- laten kwijtraken van (al te hoog gespannen) verwachtingen, doen verliezen van hoop
- De EU kan zich volgens de EBRD niet permitteren de toetreding van de verst gevorderde economieën te lang na 2004 uit te stellen. Dat kost geloofwaardigheid en zou Oost-Europa desillusioneren. Ook moet de EU actief betrokken blijven bij de hervorming van het GOS. "We moeten niet het IJzeren Gordijn vervangen door een gordijn van Brusselse kant", aldus Buiter.[2]
Vertalingen
1. kwijtraken van (al te hoog gespannen) verwachtingen / verliezen van hoop
Gangbaarheid
- Het woord desillusioneren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.