deponeerden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·po·neer·den

Werkwoord

vervoeging van
deponeren

deponeerden

  1. meervoud verleden tijd van deponeren
    • Wij deponeerden. 
    • Jullie deponeerden. 
    • Zij deponeerden. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.