denigreerde
Nederlands
Woordafbreking
- de·ni·greer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
denigreren |
denigreerde
- enkelvoud verleden tijd van denigreren
- Ik denigreerde.
- Jij denigreerde.
- Hij, zij, het denigreerde.
- Ik denigreerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.