declareerde
Nederlands
Woordafbreking
- de·cla·reer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
declareren |
declareerde
- enkelvoud verleden tijd van declareren
- Ik declareerde.
- Jij declareerde.
- Hij, zij, het declareerde.
- Ik declareerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.