declareer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·cla·reer

Werkwoord

vervoeging van
declareren

declareer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van declareren
    • Ik declareer. 
  2. gebiedende wijs van declareren
    • Declareer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van declareren
    • Declareer je? 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.