decimeerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·ci·meer·de

Werkwoord

vervoeging van
decimeren

decimeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van decimeren
    • Ik decimeerde. 
    • Jij decimeerde. 
    • Hij, zij, het decimeerde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.