dechargeert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • deĀ·charĀ·geert

Werkwoord

vervoeging van
dechargeren

dechargeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dechargeren
    • Jij dechargeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dechargeren
    • Hij dechargeert. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van dechargeren
    • Dechargeert! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.