dato
Nederlands
Woordafbreking
- dato
Woordherkomst en -opbouw
- leenwoord uit het Latijn
Bijwoord
dato
- na dato: na de genoemde datum
- 15 jaar na dato wordt er nog steeds over de aanslag op de Twin Towers gesproken alsof het gisteren gebeurd is.
- de dato: op die dag, d.d.
Gangbaarheid
- Het woord dato staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dato' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.