dage

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • da·ge

Zelfstandig naamwoord

dage

  1. datief van dag, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
Uitdrukkingen en gezegden

Werkwoord

vervoeging van
dagen

dage

  1. aanvoegende wijs van dagen


Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • da·ge
Naar frequentie 307

Zelfstandig naamwoord

dage

  1. nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van dag


Oudnederlands

Woordafbreking
  • da·ge

Zelfstandig naamwoord

dage

  1. datief mannelijk enkelvoud van dag
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.