cyanose
Nederlands
Woordafbreking
- cy·a·no·se
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘blauwzucht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1913 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cyanose | - |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
cyanose v
- (medisch) blauw verkleurde huid meestal als gevolg van een zuurstoftekort
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord cyanose staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'cyanose' herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.