crank

Nederlands

rechtercrank met twee gemonteerde kettingwielen
Uitspraak
Woordafbreking
  • crank
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘verbindingsstuk van fiets’ voor het eerst aangetroffen in 1897 [1]
  • van het Engels [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord crank cranks
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

crank m

  1. verbindingsstuk tussen pedaal en trapas van een fiets
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord crank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
34 %van de Nederlanders;
17 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.