coupon
Nederlands
Woordafbreking
- cou·pon
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bewijsbon’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1775 [1]
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘restant stof’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1916 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | coupon | coupons |
verkleinwoord | couponnetje | couponnetjes |
Zelfstandig naamwoord
coupon m
- een papieren strookje dat recht geeft op korting bij aankoop van een product
Gangbaarheid
- Het woord coupon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'coupon' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.