copyright
![](../I/m/Copyright.svg.png)
Het copyrightteken.
Nederlands
Woordafbreking
- co·py·right
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘auteursrecht’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1]
- Leenwoord uit het Engels [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | copyright | copyrights |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
copyright o
- een exclusief recht tot het reproduceren, publiceren en verkopen van een werk, auteursrecht
- Je mag die cd niet zomaar kopiëren, er rust copyright op!
Afgeleide begrippen
- copyrighthouder, copyrightpagina, copyrightteek, copyrightvermelding
Gangbaarheid
- Het woord copyright staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'copyright' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.