converteren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·ver·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verwisselen’ voor het eerst aangetroffen in 1505 [1]
  • afgeleid van het Franse convertir (met het voorvoegsel con- en met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
converteren
converteerde
geconverteerd
zwak -d volledig

Werkwoord

converteren

  1. overgankelijk omzetten van de ene eenheid in de andere
    • Onze studenten moeten leren hoe joules in elektronvolts geconverteerd worden. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord converteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.