convenant
Nederlands
Woordafbreking
- con·ve·nant
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘overeenkomst’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1801 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | convenant | convenanten |
verkleinwoord | convenantje | convenantjes |
Zelfstandig naamwoord
convenant o
- een officiële afspraak, een officiële overeenkomst
- Er werd gisteren een convenant gesloten.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- convenantcultuur
Gangbaarheid
- Het woord convenant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'convenant' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.