constitueert
Nederlands
Woordafbreking
- con·sti·tu·eert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
constitueren |
constitueert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van constitueren
- Jij constitueert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van constitueren
- Hij constitueert.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van constitueren
- Constitueert!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.