comprimeer
Nederlands
Woordafbreking
- comĀ·priĀ·meer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
comprimeren |
comprimeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van comprimeren
- Ik comprimeer.
- gebiedende wijs van comprimeren
- Comprimeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van comprimeren
- Comprimeer je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.