comprimeer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • comĀ·priĀ·meer

Werkwoord

vervoeging van
comprimeren

comprimeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van comprimeren
    • Ik comprimeer. 
  2. gebiedende wijs van comprimeren
    • Comprimeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van comprimeren
    • Comprimeer je? 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.