commandeert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • comĀ·manĀ·deert

Werkwoord

vervoeging van
commanderen

commandeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van commanderen
    • Jij commandeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van commanderen
    • Hij commandeert. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van commanderen
    • Commandeert! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.