codex

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·dex
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘handschrift’ voor het eerst aangetroffen in 1838 [1]
  • afgeleid van het Latijnse 'caudex' (houtblok)
enkelvoud meervoud
naamwoord codex codices
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

codex m

  1. bewaard gebleven oud handschrift
  2. zangbundel van een studentenvereniging

Gangbaarheid

  • Het woord codex staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.