clusteren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  clusteren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈklʏstərə(n)/
Woordafbreking
  • clus·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels

Werkwoord

clusteren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
clusteren
clusterde
geclusterd
zwak -d volledig
  1. verschillende objecten samenvoegen in één of meer groepen
    • Volgens de ambtenaren is het ook een goed idee als de mensen die in de zaal zaten, samen een lijst vormen voor een gebied. Clusteren van individuele burgers als oplossing voor het ellenlange stembiljet dat ontstaat door mensen zoals ik, die zich persoonlijk kandidaat willen stellen. [1] 
    • Bij grotere scholenkoepels kun je dezelfde taken clusteren en hen ook bij het praktijkonderwijs betrekken. Dat is leuk voor leerlingen, want ze krijgen input uit de praktijk van mensen met connecties. [2] 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord clusteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Het Parool H. van Dijk & L. van de Kamp 20 december 2017 'Gemeente wekt vals vertrouwen dat burgers invloed hebben'
  2. Tubantia W. Boonstra 24 december 2017, Overstap naar onderwijs valt zij-instromer vaak tegen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.