cenotaaf

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ce·no·taaf
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘leeg grafmonument’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord cenotaaf cenotafen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

cenotaaf m [3]

  1. leeg grafmonument voor iemand die elders begraven is of onvindbaar is

Gangbaarheid

  • Het woord cenotaaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
26 %van de Nederlanders;
37 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.