cenotaaf
Nederlands
Woordafbreking
- ce·no·taaf
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘leeg grafmonument’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cenotaaf | cenotafen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
cenotaaf m [3]
- leeg grafmonument voor iemand die elders begraven is of onvindbaar is
Gangbaarheid
- Het woord cenotaaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'cenotaaf' herkend door:
26 % | van de Nederlanders; |
37 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.