cementeerde
Nederlands
Woordafbreking
- ce·men·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
cementeren |
cementeerde
- enkelvoud verleden tijd van cementeren
- Ik cementeerde.
- Jij cementeerde.
- Hij, zij, het cementeerde.
- Ik cementeerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.