ceintuur

Nederlands

ceintuur
Uitspraak
Woordafbreking
  • cein·tuur
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gordel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1462 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord ceintuur ceinturen
verkleinwoord ceintuurtje ceintuurtjes

Zelfstandig naamwoord

ceintuur v

  1. Een riem of ceintuur is een meestal leren of kunststoffen band met een gesp, die men om het middel kan dragen.
    • Het doel van een ceintuur is het afzakken van een broek of rok te voorkomen. 

Gangbaarheid

  • Het woord ceintuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.