carneool

Nederlands

carneool
Uitspraak
Woordafbreking
  • car·ne·ool
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vleesrode edelsteen’ voor het eerst aangetroffen in 1734 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord carneool carneolen
verkleinwoord carneooltje carneooltjes

Zelfstandig naamwoord

carneool

  1. (mineraal) rode edelsteen


Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord carneool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.