bón

Vietnamees

Uitspraak
  • IPA: (Hanoi) /ɓɔn35/

Bijvoeglijk naamwoord

bón

  1. verstopt: dat men moeite heeft bij de stoelgang
    Vì bị bón phải uống thuốc tẩy. Omdat ze een verstopping heeft moet ze laxeermiddel drinken.

Werkwoord

bón

  1. bemesten
    bón ruộng het rijstveld bemesten
  2. te eten geven (aan kleine kindjes die nog niet zelfstandig kunnen eten of aan zieken...)
    bón cơm cho em bé de baby voeren
    bón cháo cho bố soep aan zijn vader geven

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.