buy-out

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • buy-out
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘overname van alle aandelen van een vennootschap’ voor het eerst aangetroffen in 1989 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord buy-out buy-outs
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

buy-out m

  1. (economie) overname van alle aandelen van een vennootschap
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord buy-out staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.