buiteling

Nederlands

ongeluk met buitelingen
Uitspraak
Woordafbreking
  • bui·te·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van buitelen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord buiteling buitelingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

buiteling v

  1. vallen en over de kop gaan
    • Maar het broodnodige momentum werd verkwanseld met elke foutieve pass en nodeloze buiteling. Nee, Barcelona stak niet in grootse vorm, de gouden voetjes konden elkaar moeilijk vinden in de mêlee van PSG-withemden. Precisie ontbrak, Messi’s wil ontbrak. Na ruim een half uur amper gevaarlijk te zijn geweest dwong Andrés Iniesta met een desperate poging op de achterlijn vijf minuten voor rust ineens de 2-0 af. Een eigen goal was het van Layvin Kurzawa, frommelwerk dat zich moeilijk verhoudt met de grootsheid van Barça – maar niemand gaf daar wat om.[1] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord buiteling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. NRC Bart Hinke 8 maart 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.