brouilleert
Nederlands
Woordafbreking
- brouil·leert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
brouilleren |
brouilleert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brouilleren
- Jij brouilleert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brouilleren
- Hij brouilleert.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van brouilleren
- Brouilleert!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.